Alledrie werken ze bij de Koninklijke Marine in Den Helder. De een zit er in de logistieke bevoorrading, de ander in de technische dienst, nummer drie is gestationeerd op de administratie. Ze zijn nooit eerder in de Rotterdamse haven geweest, en dus vandaag ook voor het eerst met een eigen oorlogsbodem op de Wereldhavendagen.

De jantjes (‘Namen mogen we niet geven, hè’) dragen witte petten met ‘captain’ erop, maar dat is niet voor de menens, want ze hebben pauze en spelen daarom even voor toerist.

Zojuist hebben de captains een rondje over het festivalterrein aan beide zijden van de Maas gemaakt. Aan boord van de watertaxi varen ze nu weer van de Wilhelminapier naar de overkant.

Al halverwege het ritje zijn ze niet meer aanspreekbaar, omdat alle aandacht dan uit gaat naar die grote, grijze kruiser op de Parkkade. Hun eigen stoere schip. ‘Zien ze ons? Zien ze ons?’