Nico van den Driesche heeft zojuist een van de zes waterboten in de Rotterdamse haven voor een schoonmaakbeurt naar Krimpen gebracht. Nu neemt hij de watertaxi terug naar Schiedam. Is er even tijd om volop van de rivier en de Rotterdamse haven te genieten.

‘Ik zit in de technische dienst bij Hatenboer-Neptunus, dat drinkwater levert aan zeeschepen. We hebben zes schepen en bevoorraden ze in een rayon dat zich uitstrekt van de Maasvlakte tot de Van Brienenoord, maar soms komen we ook wel tot in Dordt en de Moerdijk.

De waterboot die ik zojuist naar de werf heb weggebracht, ligt normaal in de Europoort en is helemaal aangegroeid met mosselen en schelpen. Die krijgt een schoonmaak- en een verfbeurt en wordt dan volgende week weer door mij opgehaald. Ik vaar altijd heen en terug met de watertaxi, dat scheelt een halfuur in vergelijking met de auto – zeker in de spits.

Pioneering Spirit

‘Een waterboot kan 215 ton water meevoeren; dat is 215duizend liter. Hoeveel een zeeschip daarvan per keer afneemt? Dat verschilt per vaartuig natuurlijk. De Pioneering Spirit, het grootste ter wereld, is goed voor 600 ton per week. Offshore-suppliers die zelf weer water naar boortorens brengen, zijn ook goed voor 1000 tot 1500 ton.

‘Normale schepen verbruiken gemiddeld 100 ton per week, maar daarvan kan 80 tot 90 procent ook zelf water maken op zee. Rantsoeneren op water hoef je aan boord eigenlijk nooit. Gewoon lekker douchen, no problem. Chemicaliëntankers en vrachtschepen worden ook met drinkwater schoongemaakt. Buitenboordwater is verboden, dat bevat te veel zwevend vuil en zand. Al het water komt van Evides. We zijn op het waterleidingbedrijf aangesloten met een eigen pijp waarmee we tussen de 700 en 1000 ton water per uur kunnen laden.

Er is veel veranderd

‘Ik doe dit werk nou 45 jaar en het is nog steeds interessant. De haven is ook zo dynamisch. Er is in relatief korte tijd verschrikkelijk veel veranderd. Wat nu bij het Maritiem Museum in de Leuvehaven ligt, dat stoomgebeuren, dat heb ik allemaal nog meegemaakt. Zelfs de eerste containerschepen werden nog aangedreven door turbines die heel veel water nodig hadden om stoom te maken.

‘Vroeger had je op een waterboot heel veel bemanning om schepen op een heleboel verschillende plekken te vullen; nu hebben ze meestal nog maar drie reservoirs, voor, achter en midden, en kom je met veel minder man toe. Ik zit in de technische dienst en vaar alleen bij grote drukte en vakanties of ziekte van collega’s.

‘Nog zeven maanden te gaan en dan zit het werk erop. Ga ik met pensioen en ben ik in totaal 52 jaar in touw geweest. Nee, varen ga ik straks niet meer voor mijn plezier doen. Ik vind het wel zat zo.’