De naam de Boompjes dateert uit begin zeventiende eeuw, toen tussen de Leuvehaven en de Oude Haven een wal werd aangelegd met lindebomen aan weerszijden. In de volksmond ging de wandelpromenade daarom vervolgens al snel De Boomptjens heten. Tot de aanleg van de Willemsbrug in 1878 konden Rotterdammers er ruim tweehonderd jaar lang flaneren. Erna werd de straat, met in het verlengde ervan de Maasboulevard, de drukke verkeersader zoals we die nu nog steeds kennen.
De wandel- en fietskade onder aan de Boompjes
Op de Boompjes zelf heb je als wandelaar dus weinig meer te zoeken, maar gelukkig is de evenwijdig daaraan lopende Boompjeskade sinds een poosje daar dan wél weer geschikt voor. Deze grenst direct aan de Maasoever en voert je van oorlogsmonument De Boeg (bij de toegang naar de Leuvehaven) naar het oosten van de stad (Kralingen). Vanaf steiger 43 ben je ook in een wip bij de Markthal, bij de Kubuswoningen en de Oude Haven, die bijna helemaal wordt omkranst door restaurants en cafés en vol ligt met historische woonschepen.
Het Witte Huis
Een bezoekje waard is er ook de de klassieke scheepshelling die in de jaren tachtig van de sloop werd gered. De helling maakte tot voor kort deel uit van het Havenmuseum en Maritiem Museum, maar wordt momenteel gerund door vrijwilligers. Eigenaren van historische schepen kunnen er op authentieke wijze hun schip repareren of restaureren. De werf is vrij toegankelijk en de vrijwilligers geven er uitleg over de geschiedenis en werking van de helling.
Aan de Oude Haven/Wijnhaven ligt ook het Witte Huis, ooit het hoogste kantoorgebouw van Europa. De historische panden ernaast zijn afgebroken voor de aanleg van de spoortunnel, maar later weer in oude stijl opgebouwd. Achter een van die gevels bevindt zich het Mariniersmuseum, waar in een permanente tentoonstelling het ontstaan en de geschiedenis van het Korps Mariniers worden belicht.
De bouw van de Markthal was een unieke gelegenheid voor stadsarcheologen om op grote diepte bodemonderzoek te kunnen doen naar de oorsprong van Rotterdam. Op precies deze plek onstond zo’n 1000 jaar na Christus de nederzetting Rotta, gelegen aan het riviertje de Rotte. In de Middeleeuwen, na het indammen van de Rotte, ontwikkelde het dorpje zich tot een stad, met een levendige handel.
Historische schatten
Door het uitgraven van de parkeergarages onder de hal, kon tot 10 meter diep worden gegraven. Laag voor laag werd uit verschillende periodes een enorme schat aan wapens, gereedschappen, sieraden en keukengerei gevonden. Zoals een compleet paar zestiende-eeuwse kinderschoentjes, een stenen kogel met een doorsnede van 10 centimeter en een prachtig zakzonnewijzertje van been.
Bij de opgravingen werden ook de resten van een dijk met huizen blootgelegd, van ongeveer 1300 na Christus. In een grote boerderij vonden ze twee bijna intacte ovens en een haardplaats. Je kunt je afvragen wat daar na het plaatsen van de 2500 heipalen voor de Markthal nog van over is gebleven, maar de losse voorwerpen zijn in ieder geval gered.
De Tijdtrap
Een deel van deze vondsten is tentoongesteld in het roltrappenhuis van de Markthal, dat leidt naar de vier parkeerdekken ondergronds. Elk ervan staat voor een eerdere periode in de geschiedenis en hoe dieper je gaat, hoe dichter je bij de oorsprong van de stad komt. In de verlichte vitrines onder de troltrappen liggen de bodemvondsten uitgestald en wordt – ook via touchscreens – uitleg gegeven over de herkomst ervan. En zo beweeg je met een roltrap letterlijk door de tijd en de geschiedenis van de stad. De Tijdtrap, die dagelijks gratis te bezoeken is, won in 2015 de Prijs van de Nederlandse Publieksarcheologie.
De Markthal