Naam: Patrick Zwanenburg (46)
Op de watertaxi sinds: bijna vier jaar
Eerste beroep: verkeersleider bij Havenbedrijf Rotterdam
Wat doet een verkeersleider allemaal?
‘Mijn taak is het monitoren en begeleiden van alle scheepvaart in de Rotterdamse haven. We bemannen met 87 medewerkers twee verkeersposten, aan de pier bij Hoek van Holland en bij de Botlek. Ik ben zoals ze dat noemen een zoute operator. Dat betekent dat je al contact hebt met schepen als ze vanaf zee komen aanlopen, op het meldpunt zo’n 40 kilometer uit de kust.
‘Dan gaat het balletje al rollen. Is de ligplaats vrij voor het betreffende schip, wat voor diensten zijn er nodig, wat zijn de weersomstandigheden waaronder het binnenkomt, etcetera.
‘Vervolgens stuurt het HCC, het Haven Coördinatie Centrum, een sleepboot erheen. Gemiddeld komen zo’n tien tot vijftien schepen per uur in Rotterdam binnen, inclusief de binnenvaart en de pleziervaart. Dat gaat 24 uur per dag door. We werken dus ook in ploegen van vijf in continudiensten.’
‘Ze kunnen ook buitengaats moeten blijven, bijvoorbeeld als er geen ligplaats vrij is. Daarvoor hebben we ankerplaatsen op zee. O, daarvan hebben we er heel veel! Wel tientallen. Schepen liggen er meestal een paar dagen, maar het kan ook weleens een paar weken zijn als er bijvoorbeeld financiële problemen spelen. Gelukkig komt dat steeds minder voor – een schip hoort te varen.’
Waarom ben je op de watertaxi gaan varen?
‘Om weer op het water te zijn. Ik heb de zeevaartschool gedaan, even zelf ook op zee als leerling-stuurman in de scheepsbevoorrading gevaren en daarna 13 jaar in de binnenvaart. Nou, dan ga je het varen op zeker moment vanzelf wel missen. Ik draai nu vijf á zes diensten per maand op de watertaxi, het is een liefhebberij geworden.
Voegt het varen met passagiers voor jou iets bijzonders toe?
‘Ja, bijna iedereen komt wel met een verhaal aan boord, da’s leuk. Er zijn er die zelf ook gevaren hebben, maar ook veel mensen die bij wijze van spreken nog nooit een schip hebben gezien. Die komen dan uit Drenthe bijvoorbeeld en zitten dan met grote ogen te kijken naar wat hier aan scheepvaart allemaal te zien is. Het volume is veel groter geworden. Met name de containervaart is heel hard gegaan de laatste tijd. Toen ik net begon, was een schip van 270 meter gróót. Nu zie je ze van 370-400 meter. Kolossaal!
‘Leuk voor mensen als ze iets van zulke ontwikkelingen in de haven meekrijgen. Ik vertel er graag over. Passagiers gaan ook altijd wel blij van boord. Vooral met kinderen is het varen leuk. Als ze eenmaal een beetje gewend zijn, kan het niet hard genoeg voor ze.’