Naam: Harry van Nerum
Op de watertaxi sinds:1993
Eerste beroep: 47 jaar gevaren op een sleepboot van Smit, waarvan 30 jaar als kapitein.
‘Ik wilde als jongen van Rotterdam-Zuid voor de Holland Amerika Lijn gaan varen, maar dat leek mijn vader niet zo’n goed idee. Die wilde dat ik voor een vak aan de wal koos, waardoor ik heel even in het bakkerswezen heb gezeten.
Dubbel verdienen
‘Uiteindelijk ben ik met zijn instemming toch als matroos bij Smit komen te werken, een baan waarin je om zes uur ’s ochtends begon en om zes uur ’s avonds ook weer klaar was. Ik verdiende er meteen het dubbele van wat ik mee naar huis nam uit de bakkerij, en aangezien ik thuis nog voor de kost betaalde zag mijn vader die overstap toch wel zitten, haha.
‘Bij Smit heb ik het grootste gedeelte van mijn loopbaan in de Europoort gevaren. Er is een tijd geweest dat ik voor perioden van zes weken naar bijvoorbeeld Nigeria werd uitgezonden, en voor de Damen-scheepswerf heb ik daarnaast proefgevaren met slepers over de hele wereld. Maar zo’n lange afwezigheid vonden ze thuis dan weer te lastig.
‘In de Europoort kon de vrouw gewoon aan boord komen wanneer je diensten van 14 uur draaide en dan op zondagen stillag. Kwam ze gezellig een bakkie doen. Daar maakten ze bij Smit helemaal geen punt van.
Vrij leven
‘Ik had een heel mooi, vrij leven bij Smit. Het was een werkgever die heel veel voor je deed. Je werd zo maar een halfjaar vrijgemaakt om aan de zeevaartschool een aanvullende opleiding te gaan doen. Kreeg je je salaris gewoon doorbetaald. Ik begon op een slepertje van 300 pk voor de Willemskade, in de Europoort voer ik uiteindelijk op schepen voor 4000 pk.
‘Wat je als kapitein dan aan boord moet meebrengen? Een hele berg ervaring, zou ik zeggen. En je mag best wel een beetje cool wezen, dus niet gauw in paniek raken, want je komt heel dicht bij die grote zeeschepen, vaak tot op een meter.
Mannenwereldje
‘Het is een mannenwereldje ja, nog steeds. In al die 47 jaar heb ik bij Smit één keer een Italiaanse vrouw in de kapiteinsopleiding gezien, maar in Rotterdam zijn het uitsluitend mannen gebleven die dit werk doen.
‘Ik ben voor de watertaxi gaan werken omdat er nieuwe schippers nodig waren toen in ’93 de steiger in de Leuvehaven erbij kwam. Ik had indertijd ook zo veel vrije uren bij Smit opgebouwd dat ik per jaar niet meer dan 14 weken hoefde aan te treden. Dus die taxi kon ik er met gemak bij gaan doen, en op die manier behield ik tegelijk het contact met mijn varende collega’s.
‘Veel mensen die met pensioen gaan, vallen in een zwart gat, maar dankzij de watertaxi hoeft dat veel schippers niet te overkomen. Het is een prachtige baan en je blijft onder de mensen.
‘Ik teken per maand in voor zo’n tien diensten. De vrijetijd brengen mijn vrouw en ik in Oostenrijk door, waar we een caravan met aanbouw en een sneeuwdak hebben; er kan twee meter sneeuw op liggen en dan gebeurt er dus nog niks.
Met het water verbonden
‘We zijn dit jaar al vier keer naar ons huisje geweest. We gaan er met de hond wandelen in de bergen, en nu hebben we ook elektrische fietsen gekocht om tochtjes in de omgeving te gaan maken. Als ik van vakantie terugkom, neem ik twee, drie dagen om de boel weer op te ruimen thuis, en dan begin ik fijn weer op de watertaxi. Het is míjn manier om met het water verbonden te blijven.’