Tie Schellekens is al 20 jaar persvoorlichter van het Havenbedrijf maar zijn baan verveelt hem intussen nog geen seconde. Integendeel: ‘Het blijf allemaal bere-leuk. Al die schepen, joh, geweldig. Net als voor de meeste havenmensen is dit voor mij veel meer dan werk. Die haven, daar ga je vanzelf van houden hè.’
Geboren Brabander
Tie is een geboren Brabander (hij hoeft maar één zin te zeggen en je hoort het) en is altijd in Breda blijven wonen. Dat neemt niet weg dat hij over de Rotterdamse haven kan praten alsof hij hem eigenhandig heeft uitgegraven.
Dat enthousiasme wil hij elke dag opnieuw overbrengen op binnen- en buitenlandse journalisten. Die moeten er per slot van rekening ook van doordrongen zijn dat de haven zo veel meer is dan die zogeheten motor van de Nederlandse economie.
‘De haven is óók een belangrijke nationale attractie’, stelt Tie, wiens taak het is om vooral die ‘aaibare’ ofwel de ‘zachte’ kant van de immens grote Rotterdamse haven onder de aandacht van een breed publiek te brengen.
Wat is dat, die zachte kant van de haven?
‘De Rotterdams haven is enerzijds een industriegebied dat harde economische cijfers voortbrengt, en anderzijds ook een heel mooi nationaal park. Dat haventerreinen plekken zijn die er heel luguber uitzien en waar altijd dikke rookwolken hangen, is al lang achterhaald. In schoonheid kan de Rotterdamse haven zich meten met elk ander park in West-Europa. Steeds meer Nederlanders ontdekken dat recreatieve aspect ervan en komen naar Rotterdam om de haven te ontdekken.’
Wat heeft de haven zoal voor hen in de aanbieding?
‘In de eerste plaats de eigen iconen, zoals ik ze maar noem: de zeeschepen. Elke zeven minuten vaart er een schip binnen of vertrekt er een uit de haven, en er zijn langs de rivieroevers tal van plekken waarop ze van dichtbij kunnen worden gevolgd. We hebben 120 km aan fietspaden tussen de stad en de Maasmonding aangelegd.
‘Daarnaast is de haven ook een heel verrassend natuurgebied. De Vogelvallei op de Maasvlakte is 21 hectare groot en kent een heel diverse soortenrijkdom. Er broeden en eten onder andere sterns, visdiefjes en meeuwen, maar ook zangvogels en af en toe een slechtvalk.
‘Tel daar nog eens 450 hectaren aan leidingstroken bij op waarop ook allemaal groen is aangeplant, het nieuwe strand bij de Maasvlakte en de natuur op de Rozenburgse landtong en je spreekt dus echt van een heel landschap. Er leven alleen al vijfduizend konijnen in de haven. Niet voor niks dus dat we een jachtmeester hebben voor het beheer van de kleinwildstand.
Futureland
‘Op Maasvlakte 2 kun je naar Futureland, het paviljoen dat de ontwikkeling van de nieuwe deel van de haven voor bezoekers in kaart heeft gebracht. Het gebied is alweer een poosje in gebruik, maar Futureland blijft een populaire bestemming, met meer dan 100duizend bezoekers per jaar. Het plan is dan ook om van het paviljoen een blijvende attractie te maken.’
Het Havenbedrijf heeft ook het toezicht op de rivier. Wordt die ook door vaartoeristen ontdekt?
‘Dat zou je wel denken als je al die volle watertaxi’s over het water ziet scheuren. Dat is ook hartstikke leuk, natuurlijk. Er geldt ook een snelheidsbeperking voor binnenvaartschepen hier, en dan nog alleen op dat heel kleine stukje tussen de Van Brienenoordbrug en de Maastunnel.
‘Dat brengt voor de pleziervaart wel een grote verantwoordelijkheid met zich mee, waarvan niet iedere schipper zich bewust is. Er zijn vorig jaar bijna acht mensen verdronken toen een rib hier op de Maas omsloeg, hè. Wij zijn niet van het afschaffen, maar het kan niet zo zijn dat het wildwest op het water wordt.’
‘Schippers van jachtjes vormen een risicofactor op zich. Het afgelopen jaar hebben we in de haven wat wij noemen zeven ‘significante’ ongelukken gehad – ongelukken waarbij we met z’n allen goed zijn weggekomen. Daarvan waren er drie met een pleziervaartuig.
‘Er zijn er genoeg die zonder enige ervaring een bootje voor een week huren en dan op het idee komen dat ze die vaarvakantie in de Rotterdamse haven moeten vieren. Dan ben je toch eigenlijk gek. Ze varen rustig tot aan de Maasmond om zo dicht mogelijk in de buurt van de zeeschepen te komen, terwijl ze geen idee hebben van de manoeuvres die zulke schepen moeten maken.’
De haven is als industrieel complex uit de stad verdwenen. Hoe blijft ze toch in de harten van de Rotterdammers?
‘De cruisevaart die tot in het centrum van de stad komt, is uiteraard een attractie op zichzelf. In 2017 hadden we zestig van die passagiersschepen op de Wilhelminapier, volgend jaar tachtig. Meimaand is cruiseschepenmaand in Rotterdam.
‘Verder willen we als Havenbedrijf bij Rotterdam en de Rotterdammers betrokken blijven door onze bijdrage aan de aantrekkelijkheid van de stad te leveren. Dat doen we door middel van sponsoring. We steunen zo North Sea Jazz, De Kuip, het Nieuwe Luxor en De Doelen voor honderdduizenden euro’s.
‘Het mes snijdt daarbij aan twee kanten. Op deze manier maken we Rotterdam ook attractief als vestigingsplaats voor nieuwe klanten van onze haven. Als die hier een vestiging van hun bedrijf willen openen, kunnen we ze een prachtige stad voor hun werknemers aanbieden.’